Klepschieten
Net zoals het boogschieten is het schieten met het geweer geëvolueerd tot een traditionele sport. Bij het klepschieten wordt er met een karabijn (kaliber zes mm) geschoten. De schietstand bestaat uit een 'schietboom' (23 meter hoog) en een aanlegpaal. De aanlegpaal staat op zes meter van de schietboom verwijderd en wordt gebruikt bij het mikken. Bovenaan de schietboom is het doel een ronde metalen klep ongeveer ter grootte van een twee euro muntstuk. Wanneer dit doel wordt getroffen, kantelt de klep achterover. Via de optrekkoord die langs achter aan de klep bevestigd is, wordt de klep opnieuw in de beginstand gebracht.
Klepschutters moeten een sportschutterslicentie aanvragen vooraleer zij hun hobby kunnen beoefenen. Om de jeugd aan zijn trekken te laten komen wordt vaak de luchtkarabijn ingeschakeld. In wedstrijdvorm schieten clubploegen bestaande uit zes schutters elk zes kogels op de klep. Enkel de ploegen die het maximum halen plaatsen zich voor de volgende ronde.
Bij Vlas zijn twee verbonden aangesloten waar je kan klepschieten. Enerzijds het Verbond Zand & Leemstreek en anderzijds het verbond Beringen-Lummen. Via hen kan je ook je sportschutterslicentie bij Vlas aanvragen.